Veel informatie over uw pensioen vindt u op het pensioenoverzicht dat u jaarlijks ontvangt. Uw persoonlijk digitaal dossier op MijnABP sluit hierop aan. Op MijnABP kunt u ook zelf berekeningen maken en uw pensioen zelf samenstellen. U logt in op MijnABP met uw DigiD. U kunt ook bellen met de klantenservice van ABP.
Daarnaast organiseert Groenendijk Onderwijsadministratie in samenwerking met ABP regelmatig een pensioenspreekuur. Samen met u bekijkt de pensioenvoorlichter van ABP uw pensioensituatie. Hoe staat uw inkomen ervoor als u straks wilt stoppen met werken? Of als u arbeidsongeschikt wordt? Hoe staan uw nabestaanden ervoor als u zou overlijden? De pensioenvoorlichters helpen u met de keuzes die u kunt en moet maken.
Op woensdag 31 mei en maandag 19 juni zijn er weer videospreekuren met de pensioenvoorlichter van ABP gepland. Het videogesprek duurt ongeveer een halfuur tot een uur.
Met de subsidie Doorstroomprogramma’s po-vo voor gelijke kansen kunnen scholen de overgang van de basisschool naar de middelbare school voor leerlingen van laagopgeleide ouders verbeteren.
De subsidie is bedoeld voor leerlingen die op een hoger niveau kunnen presteren, maar minder ondersteuning of hulpbronnen hebben dan hun klasgenoten. Door deelname aan een doorstroomprogramma vergroten zij hun kennis en vaardigheden, zodat ze op het juiste niveau kunnen doorstromen.
Het bevoegd gezag van een van de po/vo scholen die deelneemt aan een samenwerkingsverband kan de subsidie aanvragen. De subsidie is €1.000 per deelnemende leerling, met een maximum van €124.000 per aanvraag.
Een loonsverhoging heeft effect op de pensioenpremie, maar deze wordt pas verwerkt in de pensioenpremie in het jaar volgend op de loonsverhoging. Omdat de loonsverhoging in 2022 substantieel was, is het effect hiervan op de pensioenpremie 2023 forser dan in voorgaande jaren. Hier zullen schoolorganisaties rekening mee moeten houden in hun begroting voor 2023.
De verhoging van het pensioengevend inkomen is over het algemeen relatief gering, maar dit jaar is deze verhoging relatief hoog. Dit komt met name door het dichten van de loonkloof met het voortgezet onderwijs per 1 januari 2022. Als gevolg hiervan zijn de salarissen in het primair onderwijs fors gestegen, veel meer dan gebruikelijk. Dit heeft invloed op de verschuldigde pensioenpremie. En, omdat voor het werknemersdeel eenzelfde systematiek geldt, zullen ook werknemers dit ervaren.
Wat betekent dit voor de begroting 2023? Om in de begroting 2023 rekening te houden met dit effect op de verschuldigde pensioenpremie, dient de pensioengrondslag in 2023 te worden verhoogd met circa 6%. Voor schoolbesturen die de NPO arbeidsmarkttoelage substantieel hebben toegepast in 2022, kan dit percentage hoger zijn (8-9%).
Hebben schoolorganisaties bekostiging ontvangen voor de dekking van deze verhoging? Ja, in de cao-berekeningen (kosten en dekking) wordt rekening gehouden met de stijging van pensioenlasten als gevolg van een salarisverhoging. Daarbij wordt gemakshalve aangenomen dat deze stijgen in het jaar dat de salarisverhoging wordt toegepast, in het geval van het dichten van de loonkloof dus al in 2022. Dit is een van de redenen dat veel schoolbesturen hebben aangegeven in 2022 meer extra personele bekostiging te hebben ontvangen dan nodig was voor het toepassen van de CAO PO 2022 en CAO PO 2022-2023.
Mag je voor de lasten een voorziening vormen of een schuld opnemen? De bekostiging die schoolorganisaties nu ontvangen is opgenomen in de lumpsum en moet worden verantwoord in het jaar van beschikken (dus 2022). De pensioenpremies 2022 worden niet aangepast, maar de percentages voor 2023 (extra) verhoogd. De accountant zal vermoedelijk concluderen dat er per balansdatum 31-12-2022 derhalve geen verplichting is en ook geen aanleiding om een schuld hiervoor op te nemen op de balans. Als iemand per 31-12-2022 uit dienst gaat komt er immers ook geen afrekening voor de pensioenpremies.
Zo nodig kunt u in overleg gaan met uw accountant/administratiekantoor. Schoolorganisaties kunnen wel een bestemmingsreserve voor pensioenlasten vormen, maar in vorige jaren gebeurde dat waarschijnlijk niet. Het is in ieder geval goed bovenstaande in de toelichting op de begroting te vermelden.
Een rekenvoorbeeld
Algemeen De ABP-pensioenpremie (werkgever- en werknemersdeel) wordt berekend over de pensioengrondslag. De pensioengrondslag bestaat uit het pensioengevend inkomen verminderd met de AOW-franchise. Deze AOW-franchise houdt verband met de AOW die vanaf de AOW-leeftijd wordt ontvangen.
Voor het pensioengevend inkomen wordt uitgegaan van het inkomen van een werknemer per 1 januari van een jaar (peilmoment op 1 januari salarisrun januari) vermeerderd met toelagen die in voorgaand jaar zijn uitbetaald en een eventuele salarisverhoging die in het voorgaande kalenderjaar met terugwerkende kracht naar 1 januari van dat jaar wordt toegekend.
Met de winter in aantocht is het belang van een goed binnenklimaat in scholen weer extra actueel. Het ministerie van OCW heeft onlangs deze brief verzonden naar schoolbesturen die mogelijk in aanmerking komen voor financiële ondersteuning en hulp om de ventilatie in de school te verbeteren.
Er is financiële ondersteuning beschikbaar voor scholen waar de ventilatie moet worden verbeterd. Met de Maatwerkregeling ventilatie op scholen (voorheen SUViS-regeling) kunnen scholen een vangnetsubsidie aanvragen.
De vangnetsubsidie kan worden aangevraagd wanneer cofinanciering een te hoge drempel is en het gebouw tot de meest urgente gevallen behoort. De financiering is dan 60 procent.
De definitieve ABP-premie voor 2023 is bekend. De premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen stijgt van 25,9% naar 27,9%. Toch daalt de premie die u als werkgever betaalt, omdat de VPL-premie (3,0% van het salaris) vervalt.
De premie die uw werknemers betalen, kan stijgen of dalen. Dit hangt af van het deel van het inkomen waarover zij premie betalen.
Lees hier het volledige bericht op de website van ABP.
In de bestuursvergadering van oktober heeft het bestuur van het Vervangingsfonds en Participatiefonds de premiepercentages voor 2023 vastgesteld. Voor beide fondsen gaat de premie omlaag.
Premie Vervangingsfonds Het premiepercentage voor het Vervangingsfonds daalt van 6,00% in 2022 naar 4,50% in 2023. De kosten voor het Vervangingsfonds dalen. Het is lastiger om vervangers te vinden; hierdoor daalt de vervangingsgraad en dus ook het premiepercentage.
Premie BGZ Zoals in het amendement bij de Wet modernisering WPO staat, wordt de bedrijfsgezondheidsdienstverlening (BGZ) overgeheveld van het Vervangingsfonds naar het Participatiefonds. De premie voor de BGZ is met ingang van 1 januari 2023 opgenomen in de premie van het Participatiefonds.
Premie Participatiefonds Het premiepercentage voor het Participatiefonds daalt in 2023 naar 2,40%, ten opzichte van 2,60% over de eerste 7 maanden van 2022 (over de maanden augustus t/m december 2022 is het premiepercentage voor Pf 0%). De premie is hiermee niet kostendekkend, maar zo brengt het fonds een deel van het overschot aan vermogen terug naar het scholenveld. De werkloosheidskosten vanuit de WW zijn stabiel, die van de bovenwettelijke uitkeringen dalen licht.
Vanwege de nieuwe CAO PO en de wetgeving rondom de Modernisering van het Participatiefonds, zijn er enkele verwijzingen in het Reglement Pf 1-8-2022 tekstueel aangepast. In de voorwaarden voor de inspanningsverplichting is ook NOBCO toegevoegd als certificering van loopbaanprofessionals.
De voorwaarden met betrekking tot de certificering van loopbaanprofessionals als voorwaarde voor de inspanningsverplichting waren zeer beperkend voor werkgevers. Het fonds heeft daarom artikel 21, lid 4 en 5 van het gemoderniseerde Reglement Pf aangepast.
Noloc en NOBCO zijn toegevoegd, zodat de van-werk-naar-werkactiviteiten ook door een zelfstandig loopbaanprofessional kunnen worden uitgevoerd en niet alleen door een externe organisatie. Er moet wel sprake zijn van een volwaardig lidmaatschap, een aspirant-lidmaatschap bij Noloc of NOBCO is niet voldoende.
Bij het uitvoeren van de van-werk-naar-werkactiviteiten in eigen beheer door een erkende mobiliteitsfunctionaris werd Oval genoemd. Hier kunnen echter alleen organisaties aangesloten zijn. Daarom is Oval vervangen door NOBCO. Als u de van-werk-naar-werkactiviteiten in eigen beheer uitvoert, dan is een aspirant-lidmaatschap van NOBCO of Noloc wel voldoende. Een volwaardig lidmaatschap is dan dus niet vereist.
U kunt de meest actuele versies van het reglement hier vinden. Voor een toelichting op het reglement per 1 augustus 2022 kunt u hier terecht.
Wij ontvangen veel vragen omtrent de uitbetaling van de eenmalige uitkering van € 500,00 (naar rato van de werktijdfactor) en de salarisverhoging (4,75%) per 1-7-2022, welke zijn vastgelegd in de akkoorden voor de CAO Primair Onderwijs en de CAO Voortgezet Onderwijs.
Wanneer de verloning plaatsvindt via Visma/Raet (Youforce), dan zullen de bovengenoemde bedragen met het salaris van augustus worden uitbetaald.
Wordt uw salaris betaald via de software van Visma HRM, dan vindt de betaling plaats met de salarisbetaling van juli.
Omdat het aantal Oekraïense leerlingen op een school snel kan veranderen, biedt OCW de scholen de mogelijkheid om aanvullend maatwerkbekostiging aan te vragen. Hiervoor worden scholen gevraagd vanaf nu maandelijks (op de eerste dag van de maand) bij te houden aan hoeveel nieuwkomers ze lesgeven. Hiervoor krijgen scholen dan maatwerkbekostiging. De maatwerkbekostiging geldt in ieder geval voor 2022, met een apart aanvraagformulier.
Maatwerkbekostiging voor alle nieuwkomers De regeling komt dus aanvullend op de bestaande bijzondere bekostiging. De maatwerkbekostiging geldt niet alleen voor Oekraïense leerlingen, alle nieuwkomers worden meegeteld. Onder nieuwkomers worden alleen de leerlingen verstaan zoals omschreven in de bijzondere bekostiging. Er zijn twee tijdvakken waarvoor deze maatwerkbekostiging kan worden aangevraagd.
Voor het PO zijn dit: tijdvak 1: 1 april t/m 31 juli 2022 (aanvraag indienen 1 juli-1 september) tijdvak 2: 1 augustus t/m 31 december 2022 (aanvraag indienen na 1 december)
Let op de wijze van aanvraag, deze verloopt niet via de normale DUO-weg.
Website OCW voor uitleg en aanvraagformulier Ga naar de website van OCW voor de volledige informatie over maatwerkbekostiging en download van aanvraagformulier 1e tijdvak. Het formulier voor het 1e tijdvak PO moet na 1 juli worden ingediend via: onderwijsvooroekraine@minocw.nl.
De Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) is zodanig aangepast dat daarin is opgenomen dat alle onderwijsinstellingen de volledige jaarverslaggeving openbaar moeten maken. Uit de toelichting blijkt dat onderwijsinstellingen de jaarverslaggeving in ieder geval op de eigen website moeten publiceren. De jaarverslaggeving bestaat volgens de geldende definitie uit het geheel van: – de jaarrekening; – het bestuursverslag; – de overige gegevens.
Dit betekent dat het niet meer voldoende is om alleen een publieksversie van de verslagen te publiceren. Uiteraard is dat nog wel toegestaan, maar daarnaast moet dan ook de integrale set op de website worden opgenomen. Voor deze publicatie geldt een uiterste datum die ook voor het indienen van de jaarverslaggeving bij DUO geldt, namelijk 1 juli van elk jaar.